Top verdient bruto zes keer zoveel als gewone werknemer
Topverdieners van de duizend grootste bedrijven van Nederland verdienen gemiddeld zes keer zoveel als een doorsnee werknemer op voltijdbasis
Het bruto jaarsalaris van deze topverdieners was in 2014 gemiddeld 234 duizend euro. De loonkloof is het grootst in de financiële sector. Dat blijkt uit berekeningen van CBS waarbij is gekeken naar de vijf topverdieners per bedrijf.
Gemiddeld jaarloon
In de top wordt bijna zonder uitzondering fulltime gewerkt, terwijl veel gewone werknemers parttime werken. Dit drukt het gemiddeld jaarloon voor werknemers. Het gemiddelde jaarloon van alle werknemers in Nederland bedroeg 33 duizend euro in 2014. Voltijders verdienden gemiddeld 48 duizend euro.
Loonkloof het grootst in de financiële sector
De loonkloof is het grootst in de bedrijfstak financiële dienstverlening: de top verdient hier gemiddeld 11,7 keer zoveel als de gewone werknemers. Ook in de informatie en communicatie en de zakelijke dienstverlening is het verschil relatief groot. Bij sommige bedrijven met grote loonverschillen geldt niet zozeer dat de top veel verdient, maar dat het loon van de gewone werknemers laag uitpakt. Dit is bijvoorbeeld het geval als er relatief veel jongeren werken.
De loonkloof is het kleinst in het onderwijs, de zorg en het openbaar bestuur. Voor de publieke en semipublieke instellingen geldt de Wet normering topinkomens, die grenzen stelt aan de hoogte van de beloning.
Loonkloof het grootst bij financiële instellingen en techbedrijven
Bij 88 van de duizend bedrijven verdient de top meer dan tien keer zo veel als de doorsnee werknemer. Dit zijn vooral financiële instellingen en techbedrijven, maar ook een aantal uitzendbureaus, supermarkten en warenhuizen. Ook bij een aantal overheidsinstellingen voor veiligheidsregio’s zijn de loonverschillen groot. Hier wordt bij de meeste banen een laag loon uitbetaald.
Loonkloof groeit bij duizend grootste bedrijven
Tussen 2010 en 2014 is het verschil in loon geleidelijk aan steeds groter geworden bij de duizend grootste bedrijven. Het gemiddeld jaarloon van de vijfduizend topverdieners steeg in deze periode met 14 procent. In 2010 was de loonkloof bij de grootste duizend bedrijven nog 5,5. In 2014 was dat toegenomen tot 5,8.
Gekeken naar bedrijfstak is de loonkloof groter geworden bij bedrijven in de zakelijke dienstverlening: van 5,9 naar 8,5. Bij de financiële instellingen is de loonkloof de laatste jaren het meest afgenomen: van 15,7 in 2010 naar 11,7 in 2014.
Loonkloof kleiner geworden bij de honderd grootste bedrijven
Bij de grootste honderd bedrijven is de loonkloof kleiner geworden. Van 10,6 in 2010 daalde deze naar 8,7 in 2014. Het gemiddeld jaarloon van de vijfhonderd topverdieners van het bedrijfsleven daalde in vijf jaar tijd met 18 procent. Ter vergelijking, het gemiddelde cao-loon is tussen 2010 en 2014 in totaal met 5 procent gestegen.
1 op de 5 topverdieners is een vrouw
Bovenaan de loonlijst zijn mannen in de meerderheid, maar vrouwen zijn bezig met een opmars. Een op de vijf topverdieners bij de duizend grootste bedrijven in 2014 was een vrouw (19 procent). In 2010 was dat nog 17 procent.
Van alle werkende vrouwen had in 2014 ruim 23 procent een voltijdbaan wat in lijn ligt met het aandeel vrouwen in topposities van 19 procent.
Bij de honderd grootste bedrijven lag het aandeel vrouwen bij de topverdieners iets lager en was 14 procent vrouw. Toch steeg ook onder de topverdieners het aandeel vrouwen, want in 2010 was dat nog 10 procent.
De vijf topverdieners bij 86 bedrijven voornamelijk vrouwen
Bij 914 van de duizend grootste bedrijven in Nederland zijn de vijf topverdieners in meerderheid man, tegen 86 waarbij de vijf topverdieners voornamelijk vrouwen zijn. De bedrijven met vooral vrouwelijke topverdieners zijn zeven op de tien keer bedrijven in de zorg.
In bijna de helft van de duizend grootste bedrijven bestaat de top vijf topverdieners uitsluitend uit mannen: 420. Grote bedrijven met een top vijf die uitsluitend uit vrouwen bestaat zijn schaars: drie stuks. Alle drie de bedrijven zijn actief in de zorg.
Minstens 100 duizend euro
Uit de cijfers over alle bedrijven in Nederland blijkt dat werknemers in 2014 bij 165 duizend banen een ton of meer per jaar verdienden (tegen 133 duizend in 2010). Dat is 2,1 procent van alle banen van werknemers. De banen die zeker een miljoen euro per jaar opleverden zijn dun gezaaid: vierhonderd werknemers verdienden een miljoen of meer per jaar.
Kwart werknemers in delfstoffenwinning verdient een ton
Het aandeel werknemers met een loon van 100 duizend euro of meer is het hoogst in de delfstoffenwinning en de financiële dienstverlening. In de delfstoffenwinning verdient bijna een kwart van de werknemers minstens een ton per jaar. In de financiële dienstverlening is dat een op de tien. Bij acht bedrijven staan er op de loonlijst meer dan duizend werknemers die elk minstens 100 duizend euro verdienen. Hierbij zijn financiële instellingen oververtegenwoordigd.
Verschil bruto-netto
Overigens zijn verschillen in lonen op bruto basis groter dan die op netto basis. Eerder liet CBS dit al zien aan de hand van het beschikbaar inkomen van huishoudens in 2012. Zonder tussenkomst van de overheid verdienden de huishoudens met de twintig procent hoogste inkomens gemiddeld twaalf keer zoveel als de huishoudens met de twintig procent laagste inkomens. Door herverdeling via belastingen en sociale regelingen werd dit verschil dat jaar teruggebracht tot een factor 2,5.
FACEBOOK YORUMLAR