RIVM: kinderen dragen coronavirus minder vaak over dan volwassenen
Het nieuwe coronavirus wordt vooral verspreid tussen volwassenen van ongeveer dezelfde leeftijd. Binnen gezinnen zijn het vooral volwassenen die het virus overdragen aan kinderen.
Kinderen worden wel besmet met het virus, maar minder vaak dan volwassenen. Er waren geen gezinnen waarbij een kind <12 jaar de eerste patiënt in het gezin was. Dit blijkt uit het eerste deel van het onderzoek binnen gezinnen van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu .
De resultaten van het onderzoek in Nederlandse gezinnen bevestigen het beeld dat kinderen geen belangrijke rol spelen in de overdracht van het virus. Ze kunnen wel ziek worden, maar vaak zijn hun klachten heel mild. Bij het griepvirus (influenza) zie je dat kinderen het virus vaak aan elkaar of aan volwassenen doorgeven. Dat lijkt bij het nieuwe coronavirus dus veel minder het geval. De bevindingen uit het onderzoek passen bij de resultaten van buitenlandse studies in onder meer China en Zuid Korea. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft de resultaten na collegiale toetsing (peer review) gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Eerste deel: 54 gezinnen
Voor het onderzoek heeft het RIVM gegevens verzameld van 54 gezinnen in Nederland die via de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst Utrecht werden benaderd om mee te doen aan het onderzoek. Op 23 maart werd het eerste gezin bezocht. Vaak betrof het gezinnen van positief geteste medewerkers in de zorg. Uit de 54 gezinnen waren er in totaal 239 deelnemers, waarvan 109 kinderen.
Gegevens en monsters
Bij deelname kregen de gezinnen zo snel mogelijk bezoek van een verpleegkundige. De verpleegkundige verzamelde dan neus-, keel-, speeksel- en bloedmonsters. Ook werd een vragenlijst ingevuld over symptomen, het soort contact dat de mensen hadden met het besmette gezinslid, de woonsituatie en eventuele onderliggende aandoeningen. Het gezin hield vervolgens een maand lang hun klachten bij en verzamelde ontlastingsmonsters. Als een gezinslid ziek werd, nam de GGD opnieuw een neus- en keelmonster af om te testen of de persoon ook COVID-19 heeft. Twee tot drie én vier tot zes weken na het eerste huisbezoek werden van het hele gezin nog eens monsters afgenomen.
Vervolg
Om de rol van kinderen in verspreiding van het nieuwe coronavirus verder te monitoren nu de scholen weer geopend zijn, neemt het RIVM 50 nieuwe gezinnen in de studie op. Via de GGD worden gezinnen van positief geteste kinderen benaderd voor deelname aan het onderzoek.
Door de lopende studies in Nederland en het buitenland houdt het RIVM zicht op de rol van kinderen, de kinderopvang en de scholen bij de verspreiding van het virus.
Onderzoek en monitoring
Het RIVM houdt op verschillende manieren vinger aan de pols bij de verspreiding van het nieuwe coronavirus.
RIVM
FACEBOOK YORUMLAR