Jonge ouderen in Nederland relatief rijk en actief
In Nederland was 13 procent van de bevolking in 2018 tussen 55 en 65 jaar oud, net als gemiddeld in de Europese Unie. Deze jonge ouderen hebben een relatief hoog inkomen, een hoge arbeidsparticipatie en ze doen veel vrijwilligerswerk. Dat blijkt uit de CBS-publicatie Welvaart en Welzijn 2019.
Editör: Turkinfo.nl
08 Ocak 2020 - 08:10
Het inkomen van Nederlandse jonge ouderen staat op de vijfde plek in de Europese Unie, met 24 duizend euro. In Denemarken, Oostenrijk en Zweden (inkomen 26 duizend euro), en vooral Luxemburg (33 duizend euro) zijn de inkomens van 55- tot 65-jarigen hoger dan in Nederland. In Roemenië, Bulgarije en Hongarije is het inkomen van deze groep ouderen relatief laag (6 duizend tot 10 duizend euro per jaar). Bij deze vergelijking is rekening gehouden met verschillen in koopkracht.
Verschillen in arbeidsparticipatie vooral bij laagopgeleide ouderen
Vooral bij laagopgeleide jonge ouderen zijn er grote verschillen in arbeidsparticipatie tussen landen. In Kroatië, Slowakije, Luxemburg en Polen werkte minder dan 30 procent van de laagopgeleide 55- tot 65-jarigen. In Nederland was dat 54 procent, net als in Duitsland en Portugal. In het Verenigd Koninkrijk en Denemarken werkte 57 procent, in Zweden had ruim 63 procent van de laagopgeleide jonge ouderen betaald werk.
De arbeidsparticipatie van hoogopgeleide jonge ouderen is met gemiddeld 75 procent veel hoger, en de verschillen tussen de landen zijn kleiner. Relatief weinig hoogopgeleide ouderen werken in Griekenland (53 procent), Luxemburg (61 procent) en Roemenië (64 procent). In Nederland is het percentage werkende hoogopgeleide 55- tot 65-jarigen met 80 procent relatief hoog. In Letland, Duitsland, Tsjechië, Italië, Litouwen is het nog iets hoger, met wederom in Zweden de hoogste participatie (85 procent).
Nederland koploper vrijwilligerswerk
Niet alleen in arbeidsparticipatie zijn de verschillen binnen de Europese Unie aanzienlijk, maar ook in het doen van onbetaald werk. Nederland is koploper in vrijwilligerswerk. Het gaat dan om informele hulp (mantelzorg, burenhulp) en formele hulp (in georganiseerd verband). Ruim 83 procent van de 50- tot 65-jarigen gaf aan hier in 2015 tijd aan te hebben besteed. In Finland en Zweden liggen deze percentages ook hoog. In Malta, Cyprus, Roemenië, Bulgarije en Hongarije is het aandeel jonge ouderen dat vrijwilligerswerk verricht minder dan 10 procent. Het EU-gemiddelde is bijna 25 procent.
Bron: CBS, Eurostat
Verschillen in arbeidsparticipatie vooral bij laagopgeleide ouderen
Vooral bij laagopgeleide jonge ouderen zijn er grote verschillen in arbeidsparticipatie tussen landen. In Kroatië, Slowakije, Luxemburg en Polen werkte minder dan 30 procent van de laagopgeleide 55- tot 65-jarigen. In Nederland was dat 54 procent, net als in Duitsland en Portugal. In het Verenigd Koninkrijk en Denemarken werkte 57 procent, in Zweden had ruim 63 procent van de laagopgeleide jonge ouderen betaald werk.
De arbeidsparticipatie van hoogopgeleide jonge ouderen is met gemiddeld 75 procent veel hoger, en de verschillen tussen de landen zijn kleiner. Relatief weinig hoogopgeleide ouderen werken in Griekenland (53 procent), Luxemburg (61 procent) en Roemenië (64 procent). In Nederland is het percentage werkende hoogopgeleide 55- tot 65-jarigen met 80 procent relatief hoog. In Letland, Duitsland, Tsjechië, Italië, Litouwen is het nog iets hoger, met wederom in Zweden de hoogste participatie (85 procent).
Nederland koploper vrijwilligerswerk
Niet alleen in arbeidsparticipatie zijn de verschillen binnen de Europese Unie aanzienlijk, maar ook in het doen van onbetaald werk. Nederland is koploper in vrijwilligerswerk. Het gaat dan om informele hulp (mantelzorg, burenhulp) en formele hulp (in georganiseerd verband). Ruim 83 procent van de 50- tot 65-jarigen gaf aan hier in 2015 tijd aan te hebben besteed. In Finland en Zweden liggen deze percentages ook hoog. In Malta, Cyprus, Roemenië, Bulgarije en Hongarije is het aandeel jonge ouderen dat vrijwilligerswerk verricht minder dan 10 procent. Het EU-gemiddelde is bijna 25 procent.
Bron: CBS, Eurostat
FACEBOOK YORUMLAR