15,5 duizend mensen erbij in eerste kwartaal 2020
De bevolking van Nederland is in het eerste kwartaal van 2020 minder hard gegroeid dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Er kwamen 15,5 duizend mensen bij, 8,7 duizend minder dan in het eerste kwartaal van 2019. Vooral in maart kwamen er weinig inwoners bij. Niet alleen overleden er die maand meer mensen dan er kinderen werden geboren, ook het aantal immigranten nam af. Daarnaast lag het aantal mensen dat emigreert al vanaf begin 2020 hoger dan het jaar ervoor. Dat meldt het CBS op basis va
Editör: Turkinfo.nl
29 Nisan 2020 - 08:24
De bevolkingsgroei komt volledig op het conto van buitenlandse migratie. In de eerste drie maanden van 2020 schreven ruim 59 duizend mensen vanuit het buitenland zich in bij een Nederlandse gemeente. Daarnaast vertrokken bijna 41 duizend mensen. Per saldo kwamen er daardoor ruim 18 duizend mensen bij door buitenlandse migratie. In het eerste kwartaal overleden er bijna 3 duizend mensen meer dan het aantal kinderen dat werd geboren.
Hogere sterfte in maart
Vanaf week 12 (16 tot en met 22 maart) nam het aantal sterfgevallen als gevolg van de corona-epidemie snel toe. De natuurlijke aanwas kwam in die maand negatief uit; er overleden bijna 3 duizend meer mensen dan er kinderen geboren werden. Tot die tijd waren sterfte en geboorte nog in evenwicht. Ook in april is het aantal mensen dat is overleden nog hoog en komt het saldo van geboorte en sterfte naar verwachting negatief uit.
Immigratie in maart afgenomen
In de eerste twee maanden van 2020 lag de immigratie op het relatief hoge niveau van 2019. Het aantal mensen dat uit Nederland vertrok was echter hoger dan vorig jaar. Per saldo kwamen er in januari en februari minder mensen bij door buitenlandse migratie dan in 2019.
In maart nam de immigratie af, terwijl de emigratie ook in die maand hoger uitkwam dan vorig jaar. Daardoor daalde het migratiesaldo verder. In totaal kwam de groei door migratie in het eerste kwartaal uit op een vergelijkbaar niveau als in 2018.
In maart meer immigranten met een Nederlandse achtergrond
Het aantal immigranten daalde in maart in vrijwel alle herkomstgroepen. De immigratie van mensen met een Nederlandse achtergrond nam in die maand juist toe. Tegelijk emigreerden zij minder vaak dan in dezelfde periode vorig jaar. In maart kwam het migratiesaldo van Nederlanders positief uit, iets dat ongebruikelijk is voor deze tijd van het jaar. Over het hele kwartaal waren immigratie (5,6 duizend) en emigratie (5,8 duizend) van Nederlanders vrijwel in balans en was het vertrekoverschot kleiner dan in voorgaande jaren.
Het migratiesaldo van mensen met een Afrikaanse achtergrond nam eveneens licht toe. Het aantal immigranten was in januari en februari hoger dan in 2019, in maart niet meer.
Minder Poolse migranten
Migranten met een Poolse achtergrond vormen nog altijd de grootste groep, maar hun aantal daalde ten opzichte van vorig jaar. In het eerste kwartaal kwamen er bijna 2 duizend meer Polen naar Nederland dan er vertrokken. Vorig jaar waren dat er nog ruim 3 duizend. Deze daling zette al eerder in. Zowel in januari, februari als maart vestigden zich minder Polen in Nederland en vertrokken er meer dan het jaar daarvoor. Tot en met februari lag het saldo op het niveau van 2018, in maart kwam het saldo daaronder uit. In totaal waren er in het eerste kwartaal 6,6 duizend immigranten met een Poolse achtergrond en 4,6 duizend emigranten.
Indiase migranten vormen de tweede groep. Bij hen daalde het migratiesaldo pas in maart, toen er ook uit India minder immigranten naar Nederland kwamen dan vorig jaar. Dit gebeurde ook bij migranten met een Turkse achtergrond. Het migratiesaldo van deze groep kwam daardoor niet hoger uit dan in 2019 maar bleef vrijwel gelijk.
Registratie migratiestromen
De cijfers in dit bericht zijn gebaseerd op informatie uit de Basisregistratie Personen (BRP). Mensen die langer dan 4 maanden in Nederland wonen moeten zich inschrijven als inwoner. Mensen moeten zich laten uitschrijven als ze in een jaar tijd langer dan 8 maanden in het buitenland verblijven. Asielzoekers kunnen zich na een half jaar inschrijven bij een Nederlandse gemeente, of eerder als zij een verblijfsvergunning krijgen. Gewoonlijk zit er enige tijd tussen de vertrek- of vestigingsdatum en het moment waarop deze informatie het CBS bereikt.
Op dit moment zijn de voorlopige cijfers tot en met maart verwerkt. In de week van 16 maart sloot Europa de grenzen voor mensen van buiten Europa, Nederland deed dit op 19 maart. Dit beperkte de mogelijkheden om van en naar Nederland te reizen. In de voorlopige cijfers zette de daling van de immigratie in de week daarna in. Ontwikkelingen in de emigratiecijfers zijn minder eenduidig. Met de gegevens van april verwacht het CBS een beter beeld te hebben van de effecten van de corona-epidemie op de migratiestromen. Wat de gevolgen van de corona-epidemie voor de totale bevolkingsgroei van 2020 zullen zijn, is nog niet duidelijk.
CBS
Hogere sterfte in maart
Vanaf week 12 (16 tot en met 22 maart) nam het aantal sterfgevallen als gevolg van de corona-epidemie snel toe. De natuurlijke aanwas kwam in die maand negatief uit; er overleden bijna 3 duizend meer mensen dan er kinderen geboren werden. Tot die tijd waren sterfte en geboorte nog in evenwicht. Ook in april is het aantal mensen dat is overleden nog hoog en komt het saldo van geboorte en sterfte naar verwachting negatief uit.
Immigratie in maart afgenomen
In de eerste twee maanden van 2020 lag de immigratie op het relatief hoge niveau van 2019. Het aantal mensen dat uit Nederland vertrok was echter hoger dan vorig jaar. Per saldo kwamen er in januari en februari minder mensen bij door buitenlandse migratie dan in 2019.
In maart nam de immigratie af, terwijl de emigratie ook in die maand hoger uitkwam dan vorig jaar. Daardoor daalde het migratiesaldo verder. In totaal kwam de groei door migratie in het eerste kwartaal uit op een vergelijkbaar niveau als in 2018.
In maart meer immigranten met een Nederlandse achtergrond
Het aantal immigranten daalde in maart in vrijwel alle herkomstgroepen. De immigratie van mensen met een Nederlandse achtergrond nam in die maand juist toe. Tegelijk emigreerden zij minder vaak dan in dezelfde periode vorig jaar. In maart kwam het migratiesaldo van Nederlanders positief uit, iets dat ongebruikelijk is voor deze tijd van het jaar. Over het hele kwartaal waren immigratie (5,6 duizend) en emigratie (5,8 duizend) van Nederlanders vrijwel in balans en was het vertrekoverschot kleiner dan in voorgaande jaren.
Het migratiesaldo van mensen met een Afrikaanse achtergrond nam eveneens licht toe. Het aantal immigranten was in januari en februari hoger dan in 2019, in maart niet meer.
Minder Poolse migranten
Migranten met een Poolse achtergrond vormen nog altijd de grootste groep, maar hun aantal daalde ten opzichte van vorig jaar. In het eerste kwartaal kwamen er bijna 2 duizend meer Polen naar Nederland dan er vertrokken. Vorig jaar waren dat er nog ruim 3 duizend. Deze daling zette al eerder in. Zowel in januari, februari als maart vestigden zich minder Polen in Nederland en vertrokken er meer dan het jaar daarvoor. Tot en met februari lag het saldo op het niveau van 2018, in maart kwam het saldo daaronder uit. In totaal waren er in het eerste kwartaal 6,6 duizend immigranten met een Poolse achtergrond en 4,6 duizend emigranten.
Indiase migranten vormen de tweede groep. Bij hen daalde het migratiesaldo pas in maart, toen er ook uit India minder immigranten naar Nederland kwamen dan vorig jaar. Dit gebeurde ook bij migranten met een Turkse achtergrond. Het migratiesaldo van deze groep kwam daardoor niet hoger uit dan in 2019 maar bleef vrijwel gelijk.
Registratie migratiestromen
De cijfers in dit bericht zijn gebaseerd op informatie uit de Basisregistratie Personen (BRP). Mensen die langer dan 4 maanden in Nederland wonen moeten zich inschrijven als inwoner. Mensen moeten zich laten uitschrijven als ze in een jaar tijd langer dan 8 maanden in het buitenland verblijven. Asielzoekers kunnen zich na een half jaar inschrijven bij een Nederlandse gemeente, of eerder als zij een verblijfsvergunning krijgen. Gewoonlijk zit er enige tijd tussen de vertrek- of vestigingsdatum en het moment waarop deze informatie het CBS bereikt.
Op dit moment zijn de voorlopige cijfers tot en met maart verwerkt. In de week van 16 maart sloot Europa de grenzen voor mensen van buiten Europa, Nederland deed dit op 19 maart. Dit beperkte de mogelijkheden om van en naar Nederland te reizen. In de voorlopige cijfers zette de daling van de immigratie in de week daarna in. Ontwikkelingen in de emigratiecijfers zijn minder eenduidig. Met de gegevens van april verwacht het CBS een beter beeld te hebben van de effecten van de corona-epidemie op de migratiestromen. Wat de gevolgen van de corona-epidemie voor de totale bevolkingsgroei van 2020 zullen zijn, is nog niet duidelijk.
CBS
FACEBOOK YORUMLAR